Vanmorgen voor dag-en-dauw (volgens onze biologische klok: het is hier 3 uur en 45 min (!) later dan in Nederland) werden we gewekt of we nog gingen ontbijten. Leek een rare vraag want het ontbijt is tot 10 uur open. Het bleek echter een zekere Jeevan Shresta te zijn die onze gegevens kwam noteren voor de Himalayan Database (expedition archives). Hij vertelde dat ‘ie begin juni weer langs zou komen om te horen of alles gelukt is en de database bijgewerkt dient te worden. Jetze is verder gaan tukken na het ontbijt en Peter gaan zwemmen in het zwembad in de tuin omringd door bloesems.
’s Middags de stad in om geld te trekken. We kwamen langs de Garden of Dreams waar we een kijkje zijn gaan nemen. Het bleek een soort paleistuin waar verliefde Nepalezen hun meisje mee naar toe nemen. Je kunt er ook eten, wat wij besloten te doen. Het duurde allemaal zo lang dat we Namgya belden om te vragen of hij direct daarheen komt. Inmiddels is er een hevig onweer losgebroken dat Kathmandu in een grote modderpoel verandert. Als we het vliegveld opnieuw bellen of de bagage werkelijk is aangekomen, blijkt dat niet het geval. Alles is vertraagd vanwege het noodweer.
We gaan terug naar het hotel om spullen uit te zoeken (wat gaat op de yaks naar basecamp en wat houden we bij ons voor de trekking). Dan komt het verlossende telefoontje: de bagage is er. We gaan die meteen ophalen met een wrakke taxi, waarvan Namgya stevig onderhandelt over de prijs. Over de nog slechter begaanbare wegen dan anders komen we op het vliegveld waar we de bagage in no-time hebben. ’s Avonds gaan we pizza eten met Wongmu en Tashi, Namgya’s vrouw en 4-jarig dochtertje.