Dag 31 (15 juni 2009) – Schiphol
Eindelijk zijn we dan weer thuis! Ruim drie weken lang zaten we in sneeuw en ijs. En na onze succesvolle toppoging was ons avontuur natuurlijk een geweldig succes. Maar ‘thuis’ komen op Schiphol maakt de reis pas compleet.
De laatste dagen in Anchorage duurden in onze beleving best lang. Allemaal wilden we graag weer naar huis. Natuurlijk was er voldoende te doen en te zien. We hebben uitgebreid gewinkeld bij de verschillende buitensportwinkels. En we zijn twee dagen na Seward geweest en hebben een ‘whale watch trip’ gemaakt op een boot. Maar eigenlijk ben je alleen aan het wachten op het moment van de terugvlucht. De ontvangst op Schiphol was geweldig! We werden opgewacht door onze vrouwen, kinderen en andere familie, allemaal uitgerust met ballonnen, bloemen en spandoeken. De andere reizigers zullen wel gedacht hebben… Peter was al een paar dagen eerder naar huis vertrokken en was vroeg uit zijn bed gekomen om ons in te halen, zodat we als team compleet op Schiphol stonden.
Dag 24 (8 juni 2009) – Bier, wijn en veeeeel pizza
Na een laatste nacht in Base Camp stonden we gelukkig als eerste gepland om uit te vliegen. De bekende Haviland (uit 1954) kwam gelukkig snel vanachter de bergen en landde op de gletsjer. Na een geslaagde vlucht hebben we ons geinstalleerd in het Bunkhouse van Talkeetna Air Taxi en zijn we het dorp ingelopen voor ons ontbijt.
We zijn ons, om te beginnen, maar eens te buiten gegaan aan een paar geweldige hamburgers een een stevig biertje. Het is heel apart om weer terug te zijn om in de bewoonde wereld. Heerlijk om na 3 weken weer eens te douchen. Ook voor je omgeving is dat een hele opluchting… Onder de 3000 meter ga je het namelijk echt ruiken… ‘s Middags hebben we onze CMC’s (Clean Mountain Can – a.k.a. Carry My Crap ) ingeleverd bij de Rangers. Toen het weer tijd was om te eten, we bleven maar honger hebben, hebben we een enorme pizza gegeten. Veel te veel, veel te groot, en resulterend in een zwaar volgegeten gevoel.
Het is leuk om te merken hoe groot het kameraadschappelijke gevoel is wat je na 3 weken op een berg krijgt met andere klimmers die je leert kennen op een berg. Met een 9 tal klimmers hebben we ‘s avonds Talkeetna maar eens op zijn kop gezet… Op de lokale autos zie je veelzeggende stickers met de tekst. ‘Talkeetna, a nice little town, with a climbers problem’. Dus dat hebben we maar waar gemaakt. Na veel bier en een korte nacht zijn we begonnen met een stevig (beetje engels) ontbijt. Vandaag (maandag) gaan we richting Anchorage. Daar proberen we meer foto’s te sturen. Frank
Dag 23 (7 juni) – Bericht uit Talkeetna
Hallo, Hierbij wat foto’s van onze top-dag. Na ons succes zijn we afgedaald naar High Camp en hebben daar in alle euforie overnacht.
De dag daarna (donderdag, 04 juni) zijn we in wederom extreme weersomstandigheden afgedaald naar Medical Camp. Hier hebben we onze voorraden opgegraven en zijn we met onze sleetjes (vraag Peter de rest maar…) verder afgedaald naar Motor Cycle Hill. Ook hier hebben we een nacht doorgebracht. Vrijdag, 05 juni zijn we in alle vroegte en in volledige mist onderweg gegaan naar onze laatste stop… Base Camp op 2200m. Het zijn twee bijzonder zware dagen geweest. Bij aankomst in BC gingen er vanwege het weer geen vluchten meer. Echter vandaag was het weer ons goed gezind en hebben we bij het krieken van de dag de 1ste vlucht naar Talkeetna genomen. Inmiddels zijn we weer gedouched en hangen onze spullen te drogen. Ook hebben we ons tegoed gedaan aan een Burger (Jeroen aan iets vegetarisch…:-)) en een goed, groot glas bier. We zijn onderweg naar huis!! Lieve groeten van alle berggeiten….
Dag 23 (7 juni 2009) – Uitgevlogen van Base Camp
Frank liet zaterdagavond, telefonisch, het volgende weten:
Donderdagochtend zijn ze vanuit High Camp afgedaald naar het kamp op Motorcycle Hill. Een lange en zware dag. Op vrijdag zijn ze verder afgedaald naar Base Camp, via ‘Heartbreak Hill’. Dat is een heuvel in de gletsjer die ze moeten beklimmen tijdens de afdaling naar Base Camp. Tegelijketijd was het weer slecht, liepen ze in de wolken en hadden geen enkel zicht. Het was ze behoorlijk zwaar gevallen. Met als gevolg dat er 2 dagen geen contact was met het gehele thuisfront. Ik kan wel stellen dat ik vanavond erg blij was dat ik eindelijk hoorde dat ze veilig beneden waren. In een zonovergoten Base Camp trouwens.
Frank vertelde dat ze stonden te wachten op het vliegtuigje om uitgevlogen te worden. De wachtrij van 4 dagen is ingelopen door de Rangers. In het dorpje Talkeetna moeten ze zich o.a. afmelden bij de rangers en het busje terug naar Anchorage regelen. Met de veel beschreven laptop in het stopcontact in Talkeetna kan het niet anders dan dat het thuisfront op zondagochtend top-foto’s bij de koffie heeft. Masja
Dag 20 (4 juni 2009) – Toppoging
Woensdag ochtend laat Frank via SMS weten dat ze in High Camp zijn aangekomen. Het is een zeer zware klim geweest. Het stormt op de graat. We zijn kapot.
Woensdag avond, 18.35 Nederlandse tijd, laat Frank via SMS weten: het is helder weer, wind, koud. We hebben amper rust gehad. We gaan nu een toppoging doen.
Groot succes…Jeroen, Peter, Remco en Frank op de top van The High One!
Op woensdagavond, 18.00 Denali tijd, stonden Jeroen, Peter, Remco en Frank op de top van Denali! Onderweg hebben ze veel moeite moeten doen om geen frost bite te krijgen. Het was ontzettend koud. Het laatste deel naar de top hebben ze zonder rugzak gedaan. Toen Frank belde waren ze weer terug bij hun rugzak en waren ze aan het drinken en rusten, en gingen ze beginnen aan een veilige afdaling
Jeroen heeft, telefonisch, het volgende aan Annelies verteld over de tocht: Jeroen, Peter, Remco en Frank zijn zojuist aangekomen in High Camp. Volgens Jeroen gaan ze nu eerst 3 uur sneeuw smelten en veel drinken en eten. Hij stond nu nog in de avondzon te genieten. Vol met emoties. En een schorre stem van de droogte, hij had enorme dorst. Het was een enorm zware dag geweest, meer dan 12 uur onafgebroken in touw. Jeroen had hun kansen de afgelopen week met de dag zien slinken en dacht op een gegeven moment dat als ze nog 10% kans hadden het veel zou zijn. De ontlading is dus des te groter nu! Morgen afdalen naar Medical Camp en liefst nog naar Motorcycle Hill zei hij.
Peter heeft, telefonisch, het volgende aan Aly verteld over de tocht: Vooral de tocht naar High Camp was bar en boos geweest. Echt mooi dat het gelukt is om de top te halen. Dat ze deze kans hebben gekregen en ’em hebben kunnen pakken. Ze gingen nu eten maken en sneeuw smelten (de grootste klus) en dan slaaapen.
Remco heeft, telefonisch, het volgende aan Kirsten verteld over de tocht: Remco was helemaal kapot. Hij vertelde dat er onderweg veel mentale steun was tussen alle teamleden. Op de top was de emotionele ontlading van de groep heel groot. Ze hebben de tijd kunnen nemen voor foto’s. Het weer op de top was bijzonder helder en het uitzicht was onbeschrijfelijk mooi. Ook vertelde Remco dat hij heeft gezwaaid naar zijn vader.
Het is momenteel erg slecht weer in High Camp. Toch staan ze nu op het punt (donderdag avond Nederlandse tijd) om af te dalen naar Medical Camp. Ze zijn allemaal in goede gezondheid! Masja.
Dag 19 (3 juni 2009) – Spannende tijden…toch naar High Camp
Frank liet vandaag, via een zeer slechte satellietverbinding, het volgende weten:
Morgen is er een kleine opklaring in het weer. Het is geen ‘goed’ weer, maar het wordt iets minder slecht weer. Daar gaan ze gebruik van maken om een toppoging te doen.
Dat betekent dat ze vandaag om 11.00 Denali tijd (en om 21.00 Nederlandse tijd) vanuit Medical Camp vertrekken naar High Camp. Op woensdag willen ze een toppoging doen, omdat het weer op donderdag opnieuw zal verslechteren. Frank benadrukte dat veiligheid voorop staat. Als het weer het morgen toch niet toelaat om naar de top te vertrekken zullen ze het niet doen. Vanaf vrijdag worden er weer windsnelheden van 50-70 mph verwacht en dan moeten ze weer terug zijn.
Een andere reden om het toch nu te proberen is de wachtrij in Base Camp om uit te vliegen naar het dorpje Talkeetna. Ook nieuwe klimmers hebben een wachtrij van 4 dagen om in te kunnen vliegen op de gletsjer in Base Camp. Willen onze mannen op tijd terug zijn dan moeten ze ook eerder terug naar Base Camp.
Verder vertelde Frank dat alle klimmers op de berg (volgens de website van de Rangers (https://www.weather.gov/afg/denaliclimbing) zijn dat 398 klimmers) al een week bijna niet van plek zijn veranderd. Vanaf Motorcycle Hill wordt niet meer omhoog geklommen, met name door de harde wind.
Vanaf vandaag hebben ze geen email (en dus geen mooie foto’s) meer en is alleen telefonisch contact nog mogelijk.
Ik hoop dat ik morgen en overmorgen voor iedereen die meeleeft goed nieuws kan schrijven. Ik vind het in ieder geval wel spannend worden nu. Hartelijke groet van Masja
Dag 17 (1 juni 2009) – Waarschijnlijk nog tot donderdag ingesneeuwd in Medical camp
Frank laat, telefonisch, het volgende weten:
Het hoge druk gebied, dat tot vorige week vrijdag zo enthousiast werd aangekondigd, blijft uit (voor de geinteresseerden: het weerbericht is ook te lezen op www.weather.gov/afg/denaliclimbing. De voorspelling nu is dat het tot donderdag slecht blijft; d.w.z. veel wind en veel sneeuw. Het is -17 in de tent. Geen mogelijkheid om nu naar High Camp te gaan.
Mentaal valt het wachten ze erg zwaar. Frank en Jeroen hadden hun boek in het vorige camp achtergelaten. Dus niets te lezen helaas. Frank vertelde wat ze ongeveer op zo’n dag deden:
9.00 opstaan
Ontbijten (= expeditie-ontbijt)
Naar de Ranger lopen om te kijken of er nog nieuws is
De tent sneeuwvrij maken, en sneeuw scheppen rondom de tent
Langs de andere expedities lopen, eten scoren van de expedities die besluiten terug te gaan
Lunch
Weer sneeuw scheppen etc etc, en in de tent liggen
Diner
20.00 het weerbericht van de Ranger beluisteren via de Walktie Talkie
Naar bed
Verder proberen ze, als het weer het even toelaat, toch nog wat te klimmen en langs de Headwall omhoog te gaan. Dit om een beetje actief en fit te blijven, en natuurlijk te acclimatiseren.
Frank vertelde dat er toch een expeditie had geprobeerd omhoog te gaan naar High Camp. Ze waren aan het eind van de dag weer teruggekomen in Medical Camp. Iedereen had gevraagd hoe het boven was geweest. Het antwoord (van de Britse expeditie) was: It’s nasty out there!
Ze hopen dat ze komende donderdag omhoog kunnen. Ze kunnen de top nog halen maar veel tijd hebben ze niet meer. Het moet dan allemaal mee zitten.
Masja
Dag 16 (30 mei 2009) Ingesneeuwd op Medical Camp
Zaterdag, 30 mei alweer, en de 6e dag in Medical Camp. We zijn al een paar dagen ingesneeuwd.
Dit betekent veel sneeuwscheppen en de tenten sneeuwvrij houden. Het weer blijft slecht. Vanaf maandag weer een hoge druk gebied. Hopelijk kunnen we zondag omhoog naar High Camp. We hopen op lagere windsnelheden. Ze hebben vooralsnog 45-55 m.p.h. voorspeld, ondanks de hoge druk.
We zijn enorm blij dat we een keukentent bij ons hebben. Daar kunnen we in ieder geval rechtop zitten om te koken en te eten.
Op de foto van de keukentent zie je dat het heel wat voeten in de aarde heeft om te communiceren. Maar het lukt nog steeds te emailen. Als het warm genoeg is, en de laptop onder de donsjas is opgewarmd, dan kunnen we de fotos doorsturen met de sateliet telefoon .
Dag 13 (27 mei 2009) – Dag 15 (29 mei 2009) – Vast in Medical Camp door het weer
Het weer is verslechterd en we kunnen geen kant op. We lummelen een beetje rond, lezen wat. Uiteraard zijn er dingen die simpelweg moeten gebeuren zoals het verwijderen van de sneeuw op de tent zodat die niet instort en het weggraven van de sneeuw rondom de teneten om te zorgen dat alles een beetje begaanbaar blijft. Verder kost het best wel veel tijd om voldoende oude sneeuw te halen om te smelten voor water. Verse sneeuw is niet erg geschikt: die is zo luchtig dat je meag-hoeveelheden nodig hebt voor een beetje watrer. Oude compacte sneeuw is veel beter, maar je moet wel ruimschoots buiten het lamp je blokken gaan zagen om te voorkomen dat je ‘yellow snow’ verzamelt…
Als ik ‘s avonds met Remco nog wat rondstruin door het kamp, en we uiteraard Nederlands met elkaar praten, horen we opeens iemand achter ons vragen: “Are you Dutch ?” en op ons bevestigende antwoord: “Do you know Kiek ?” En ja, we kennen Kiek Stam (de vierde Nederlandse Seven Summitteer) inderdaad. Hij vertelt vervolgens dat hij met Kiek de Mount Vinson op Antarctica heeft beklommen en hoe ze daarna zalm (!) aten. Remco en ik vragen ons af of zo’n Amerikaan nou denkt dat Nederland zo klein is dat alle Nederlanders elkaar kennen, of dat het klimmers-wereldje zo klein is dat je inderdaad iedereen daarin kent… Feit is dat we in de voorbereidingsfase van onze Denali-expeditie een avond bij Kiek op bezoek zijn geweest in Brabant om van hem uit de eerste hand tips te krijgen en hele mooie foto’s te zien.
Dag 12 (26 mei 2009) Medical Camp, rustdag – de laptop doet het weer.
Vandaag (dinsdag) hebben we tijdens onze rustdag waarschijnlijk voorlopig de laatste dag met mooi weer. We hebben een uitje gemaakt naar “The end of the world”, een afgrond.
Daarna naar de Ranger in Medical camp, waar we nog steeds zitten, met de vraag of hij onze laptop op wil laden. Dat doet hij en daar we zijn erg blij mee.
Het weer voor de komende dagen is een vraagteken. In ieder geval wisselvallig en lage druk waardoor we waarschijnlijk de komende dagen vast zitten in de sneeuw.
Vandaag kwamen massaal mensen terug, daar kregen we veel eten van. Daar komen we de dagen wel mee door. Chocola, kaas, noten, candy. De grote traktatie was tortillas met cheddar, met dank aan Remco voor het omhoog dragen.
Gisteren hebben we de Headwall beklommen, ging prima. Cache (=depot) op de ridge boven de Headwall gemaakt toen een sneeuwstorm ons overviel. Snel handschoenen aan maar het was direct erg koud en zijn we gauw naar beneden afgeklommen. Via vaste touwen, waarbij we ons zekerden met prusik en carabiner.
Dag 11 (25 mei 2009) Op weg naar de Headwall
Frank laat, natuurlijk mede namens Remco, Peter en Jeroen, telefonisch weten: Het gaat goed met de klimmers. Ze zitten nog steeds in Medical Camp op 4300 meter. Vandaag (maandag) gaat het team op weg naar de sleutelpassage: de Headwall.
Het doel is om een depot te maken bovenop de Headwall. Voor degenen onder ons die niet weten wat een sleutelpassage is: het moeilijkste en daarmee vaak meest markante deel van een route. De Headwall beslaat zo’n 600 hoogtemeters en heeft een stuk van 250 meter blank ijs, van zo’n 50 graden steil, in zich. De Rangers van het Denali National Park zorgen jaarlijks voor vaste touwen op dit specifieke stuk van de route. Frank vertelde dat hij, toen hij belde, in de Headwall een paar klimmers kon zien die langzaam vooruit kwamen.
Morgen is een rust en acclimatisatiedag. Als het meezit vertrekken ze vervolgens woensdag naar High Camp. De weersvoorspellingen voorspellen echter nog maar 2 dagen goed weer: maandag en dinsdag. Daarna draait de wind naar Noord-West en dat betekent meestal veel sneeuw. Dit duurt over het algemeen zo’n 4 dagen, waarna het weer beter zou gaan worden. Remco, Jeroen, Peter en Frank houden er dan ook rekening mee dat ze niet woensdag naar High Camp kunnen maar dat ze de 4 sneeuwdagen in Medical Camp zullen moeten doorbrengen. Verder is het natuurlijk berekoud (-15 in de tent), maar alle 40 tenen en vingers zijn nog in goede conditie.
Doordat het weer slechter wordt proberen andere expedities, die al langer op de berg zitten en meer geacclimatiseerd zijn, vandaag en morgen een toppoging te doen. Frank geeft aan dat zij gewoon nog niet zover zijn.
De laptop is enigzins herboren. Gisteren hebben ze alle reacties in het gastenboek kunnen binnenhalen, alleen toen ze met z’n allen de reacties wilde gaan lezen was de stroom op. Het lijkt dus een stroom-probleem te zijn. Frank hoopt dat de Ranger in Medical Camp zo vriendelijk wil zijn om de laptop op te laden. Hopelijk lukt dat en volgen er weer foto’s.
Groet aan iedereen van alle klimmers, Masja
Dag 10 (24 mei 2009) – Van Motorcycle Hill naar Medical Camp (~ 4330 m)
Gisteren zijn we een cache wezen maken voorbij Squirrel Point (~\3720 m) waar ooit een levende eekhoorn is aangetroffen. Het stuk tot aan Squirrel Point is steil en hard werken, daarna komt er een vlakker stuk dat er aantrekkelijker uitziet, maar niet voor niets Windy Corner (~4050 m) heet. We maken onze cache nog een stukje hoger op ca. 4100 m op een minder winderig stuk. Daarna zijn we vlot teruggekeerd naar Motorcycle Hill waar we heerlijk geslapen hebben.
Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan, hebben ons kamp afgebroken en zijn weer omhoog gegaan via Squirrel Point en Windy Corner naar Basin Camp (~4330 m). Hoewel het officieel Basin Camp heet, wordt het over het algemeen aangeduid als Medical Camp. Medical Camp is verreweg het grootste kamp op de berg en het heeft zomers een permanent aanwezigheid van een stel Rangers. Die hebben ook wat medische voorzieningen, vandaar de naam.
We installeren ons uitgebreid in Medical Camp omdat we van plan zijn hier een paar dagen te blijven om goed te acclimatiseren en een cache boven de Headwall te maken. Dat wil zeggen dat we naast onze twee ‘slaap-tentjes’ ook de keukentent hebben opgezet. Als we alles geinstalleerd hebben, dalen we nog een klein stukje af om de cache van gisteren op te halen.
Dag 9 (23 mei 2009) – Motocycle Hill – Laptop overleden
Frank laat, telefonisch, het volgende weten: De laptop is helaas overleden. Of door de kou waar hij eigenlijk niet tegen kan, of door de hoogte waarvan ze niet weten of de laptop daar tegen kan, of door de val onder Frank’s donsjas vandaan, waar hij hem probeerde op te warmen alvorens hem op te starten. Jammergenoeg geen foto’s meer vanaf nu.
Ze zitten nu in het kamp op Motorcycle Hill, op ongeveer 3400 meter, in een prachtige omgeving. Het was behoorlijk koud (geen graden genoemd) en er is afgelopen nacht zo’n 10 cm sneeuw gevallen. Frank begon zich wat beter te voelen. Hij had afgelopen dagen pap in zijn benen gehad en zich slap gevoeld.
Vandaag (zaterdag) klimmen ze naar 4100 meter om daar een depot te maken en dalen ze weer af naar het kamp op 3400 meter om te acclimatiseren. Als het weer het toelaat klimmen ze zondag naar Medical camp op 4300 meter. Zondag halen ze hun depot op 4100 meter dan weer op.
Volgens Frank hebben ze het heel gezellig met elkaar en vormen ze een goed team. Hij had het over ‘lol’ en ‘pret’ dus dat klinkt goed. Een groet van Frank aan iedereen, Masja
Dag 8 (22 mei) – Van Kahiltna Pass naar Motorcycle Hill
Vandaag zijn we vanuit het tussenkamp op Kahiltna Pass (~2850 m) naar Motorcycle Hill op ca. 3400 m gegaan. Het is niet zo ver, maar behoorlijk steil. We hebben onze sneeuwschoenen al lang achter ons gelaten, want daar is het veel te steil voor, maar er ligt veel verse sneeuw waarin je gemakkleijk wegzakt en dat maakt het lopen zwaar. Desalniettemin gaat het lekker, we hebben het heel gezellig met elkaar en zijn vol goede moed.
Het kamp op Motocycle Hill is druk: er is een relatief klein gedeelte van de gletsjer dat mooi beschut ligt, dus iedereen kruipt en beetje bij elkaar. Dat is heel anders dan in Ski Hill waar het zo valk en uitgestrekt is dat iedereen z’n tentje ver van anderen opslaat.
Dag 7 (21 mei 2009) – Van Skihill naar Kahiltna pass 2842m
Vandaag zijn we van Skihill naar het kamp op de Kahiltna pass gegaan. Het is ontzettend zwaar met de volbepakte slee (met zo’n 40 kilo) achter je aan. Door het gewicht trekt de slee ons steeds achteruit. Vooralsnog lopen we nog op onze sneeuwschoenen, al beginnen de hellingen ondertussen steil te worden voor sneeuwschoenen en een zware slee achter je aan.
Het maken van een kamp is hard werken. We zagen sneeuwblokken, stapelen die op zodat we er een muur van maken. Dit moet ons beschermen tegen de wind.
Het wordt hier snel kouder. Ook is de luchtdruk jammer genoeg gedaald en wordt er sneeuw voorspeld. ‘s Avonds nemen we om 20.00 contact op met de Rangers om het weerbericht te horen. De gezondheid van iedereen is ok.
Als het weer het toelaat gaan we morgen depot maken in Motorcycle hill. We graven een gat en stoppen daar een deel van onze spullen in. We dalen dan weer af en slapen weer in het kamp op de Kahiltna pass. De volgende dag breken we dit kamp op en gaan omhoog naar het kamp op Motorcycle Hill. Verder is er helaas weinig stroom voor de laptop, daarom zijn de berichten wat kort.
Dag 6 (20 mei 2009) – Cache maken op Kahiltna Pass
Vanuit het kamp op Ski Hill gaan we een ‘cache’ maken: we nemen we een gedeelte van de bagage (voornamelijk voorraad: brandstof en voedsel, maar ook onze sneeuwschoenen) die we een stuk noordelijker, richting Kahiltna Pass begraven in de sneeuw op een diepte van ruim een meter. We hebben speciale, lange dunne plastic stokken met daaraan een etiket, als een soort vlaggetje, met daarop de datum en de naam van onze expeditie. Het idee hierachter is dat we op verschillende plaatsen langs de route voedsel en brandstof begraven (en na een tijdje ook onze uitwerpselen – het is tenslotte vrijwel direct stijf bevroren – want waarom zou je die meeslepen ?) om die later, op de terugweg weer op te graven. Het moet op een redelijke diepte omdat anders de arctische raven (kraai-achtigen, dus reuze intelligent) de voorraad opgraaft: ze hebben namelijk allang door dat bij de vlaggetjes vaak eten te vinden is. De vlaggetjes zelf zijn nodig om de cache te kunnen terugvinden, ook als het een meter of wat gesneeuwd heeft (en on door de park rangers te kunnen worden opgeruimd als je ‘m niet nodig had, vergat om niet meer kon vinden). De reden dat we overgaan op caches maken is simpel: het wordt te steil en daardoor te zwaar om de sledes met ruim 40 kg bagage te trekken. Door een gedeelte van de lading te ‘cachen’ en dan terug te gaan naar het kamp, een nachtje daar slapen en dan de tenten op te breken en met alleen de tenten, slaapzakken en het resterende gedeelte van de bagage verder te trekken, verdeel je de last over een paar dagen zodat het doenlijk blijft. Het trekken van de sleden is zwaar als het steiler wordt en vergt enige handigheid en techniek, maar het went snel en als de cache gemaakt is, gaan we terug naar de tent in Ski Hill waar we eten en gaan slapen.
Dag 5 (19 mei 2009) – Van Denali Base Camp naar Ski Hill (~ 2375 m)
Vandaag is de eerste dag dat we er met onze sledes op uit trekken – we gaan naar Ski Hill. Het stuk van Base Camp naar Ski Hill is goed te doen met de sledes: het eerste stuk gaat zelfs bijna 200 m naar beneden (Heartbreak Hill – de naam is logisch als je bedenkt hoe het is op de terugtocht, als je moe bent en het Base Camp als het ware al ziet liggen en dan onverwacht nog een paar honderd meter omhoog moet…) tot ~2025 m. Vervolgens gaat het over een heel vlakke, langzaam stijgende helling naar Ski Hill (~ 2375 m). Daar zetten we de tenten op en zagen we sneeuwblokken om een muurtje te bouwen zodat we niet weggeblazen worden door de wind. Remco plaatst de Nederlandse vlag op ons kampement. Als alles staat puffen we tevreden uit, koken eten en gaan slapen. Morgen gaan we in principe de eerste ‘cache’ maken op Kahiltna Pass, op ca. 3000 m
Dag 4 (18 mei 2009): Ingevlogen op de gletsjer
Vanuit Denali Basecamp laat Frank, telefonisch, het volgende weten:
Zaterdagavond (17 mei) zijn Jeroen, Peter, Remco en Frank ‘gebriefd’ door de Rangers van Denali National Park. Bijna waren ze zaterdagavond al ingevlogen op de gletsjer. Frank had daar op aangedrongen, maar de Rangers vonden het te laat. Ze hadden hun laatste vlucht al gemaakt en wilden niet nog een keer vliegen. Zondagochtend vroeg waren zij de eerste, om 8.30 zijn ze ingevlogen.
De gletsjer is zonovergoten, het is heel warm en ze hebben een wolkeloze hemel. Frank noemde de omgeving idyllisch. Er staan zo’n 25 tentjes in Basecamp, waarschijnlijk zo’n 50 klimmers. Ze waren nu druk bezig met de tenten op te zetten: Slaaptent 1: Jeroen en Frank, slaaptent 2: Peter en Remco, en een eettent(je).
Lawine in Kahiltna Base Camp – terwijl we onze tenten aan het opzetten zijn en ons kamp inrichten worden we verrast door een lawine op de berghellingen direct naast ons kamp.
Vanmiddag gingen ze nog proberen de laptop aan de praat te krijgen zodat ze een foto kunnen sturen van de mooie omgeving. Gezien het tijdsverschil met NL (het is daar 10 uur vroeger) komen hun foto’s en/of berichten pas een dag later op de website.
Masja Kruse
Dag 3 (17 mei 2009): Denali overland & Talkeetna
In Anchorage regelen we een busje (Denali Overland) richting Talkeetna, zo’n beetje het kleinste dorpje dat je je kunt voorstellen, met 4 straten: A-street, B-street, 1st street en 2nd Street…
Onderweg komen we al behoorlijk in de stemming als we steeds verder van de verstedelijking weg raken en langzaam maar zeker steeds meer bergen gaan zien, waaronder Denali, ‘the high one’. Denali betekent namelijk in het Athabasca ‘de hoogste’ omdat het van heel ver al kunt zien dat het de hoogste berg is van de bergketen. De berg werd eerder ook Mt McKinley genoemd (naar een van de Amerikaanse presidenten aan het einde van de 19e eeuw), maar president Obama veranderde de naam officieel in Denali (hetgeen Trump later, tevergeefs, probeerde terug te draaien).
In Talkeetna boeken we de vlucht met de TAT naar Kahiltna Glacier en doen we de laatste inkopen in een winkel van Sinkel.
Uiteraard bezoeken we ook het ranger station om onze climbing permits op te halen en de laatste instructies te krijgen. Zo krijgen we uitleg over de milieu-beschermingsmaatregelen die gelden in Denali National Park hetgeen onder meer inhoudt dat je geacht wordt al je eigen uitwerpselen te verzamelen en bij terugkomst in te leveren (waarbij ze gewogen worden om te controleren dat je de je inderdaad aan de regels hebt gehouden!). Hiervoor hebben ze speciale tonnetjes, zogenaamde CMC’s (Clean Mountain Cans, alias Carry-My-Crap). Verder constateert de range: “I noticed you’re pretty experienced, so I would like to ask you something: we’re missing two Koreans. We think they are somewhere northwest on the glacier above High Camp. If you have time, would you, please, be so kind to have a look whether you can see them when you are there ?. Also, on the summit is a Japanese, ususally he’s covered in snow, but if he’s disposed, would you be so kind to put some snow on him ?“. We waren wel enigszins beduusd, we weten natuurlijk dat gemiddeld 1 op de 250 klimmers op de Denali het niet overleeft, maar dat we lijken zouden kunnen zien hadden we ons eigenlijk niet gerealiseerd. Helaas vinden de rangers het te laat om nog in te vliegen, dus we slapen nog een nachtje in Talkeetna. Wel geeft ons het ruim tijd om alles met TAT te regelen en onze spullen uit te zoeken, te wegen, in te pakken etc. Uiteraard kunnen we ons ‘s avonds nog eenmaal goed uit eten gaan !
Dag 2 (16 mei 2009): Anchorage
Na een lange dag zijn we dan aangekomen in Anchorage. De reis is voorspoedig verlopen. Op Schiphol werden we al op de frequent flyerpas van Peter aan lange wachtrijen onttrokken, waardoor we snel hebben ingechecked. Ook de douane vormde geen echt obstakel. De vlucht NW0033 vertrok op tijd vanaf gate 22. In het vliegtuig zijn we in de watten gelegd door het deskundige, doch wat oudere cabinepersoneel van NorthWest Airlines. Filmpjes in overvloed en af en toe lekker slapen. Geheel volgens schema landen we in Seattle, waar onze overstap ging plaatsvinden. De tassen waren al PRIORITY doorgelabeld, maar je moet ze nog wel even voor de zekerheid aanwijzen en opnieuw afgeven. Bij de Douane (Home Security) hoefden we geen rare toestanden uit te halen en konden we snel door. Nou, ja op Frank na dan, want die moest op enig punt wel weer 4x door het poortje (wat zou er toch in die tas gezeten hebben?). Maar goed. Om 15u00 vertrok onze 2de vlucht naar Anchorage. Hier was de service aan boord wat minder, je kon er van alles krijgen, maar dan wel tegen betaling van $ 6,- . Tevens hadden we een ‘gezellig’ praatgraag, meisje achter ons zitten die het slapen ietwat onmogelijk maakte. Zij kon natuurlijk ook niet weten dat wij al bijna 24-uur op pad waren. Op de luchthaven van Anchorage werden we opgehaald door een medewerker van Artic Adventure Hostel die ons en alle bagage naar het hostel bracht. Onderweg hebben we nog een paar bezoekjes gebracht aan de MEGA-outdoor zaken hier om een sneeuwzaag te vinden, maar dat bleek onmogelijk, overal uitverkocht. Na het inchecken zijn we naar een Steakhouse gegaan om lekker te eten. Jeroen vond hier ook iets van zijn smaak, want voor een vegetarier is een steakhouse niet de handigste plek om iets te gaan eten. De bediening was Amerikaans vriendelijk en het eten veel & groot. Met voldaan gevoel begonnen we aan de laatste missie van de dag, het shoppen voor snacks e.d. bij de Walmart. In deze Megasupermarkt hebben we voor de bergtocht allerlei repen, bagels, beef-jerky, snoepjes, chips, nootjes, chocolade en gedroogd fruit gekocht. Nu kunnen we vertrekken. Morgen gaan we naar Talkeetna (5-uur rijden naar het NW) om ons daar bij de Rangers te melden. We blijven dan in Talkeetna om onze spullen te sorteren en overnachten er. Zondagochtend, 17 mei a.s. vertrekken we met een Cesna van TAT (Talkeetna Air Taxi) naar de Kahiltna Glacier, oftewel Denali International Airport, …en dan gaat het ECHT beginnen!
Dag 1 (15 mei 2009) Schiphol
Vrijdag 15 mei, heel vroeg in de ochtend, staan ze op Schiphol: Jeroen, Remco, Peter en Frank. Allemaal lijken ze ietwat gespannen, maar het enthousiasme om aan hun droom te beginnen is voelbaar. De beklimming van Denali kan van start gaan.
We hebben foto’s gemaakt van het afscheid, maar helaas met de fototoestellen die mee gingen in de handbagage naar Alaska. Daarna werd erveel gezoend; de thuisblijvende vriendinnen (Aly, Annelies, Kirsten en Masja) en de kinderen (Sem, Sybe en Aafke). Na het afscheid hebben Sem, Sybe en Aafke natuurlijk uitgebreid vliegtuigen bewonderd. Frank heeft na heel veel proberen uiteindelijk gisteren (!) de communicatieapparatuur (satelliet-telefoon en laptopje) aan de praat gekregen. Dus hopelijk komt er dagelijks een voortgangsbericht vanaf Denali en kan iedereen, die dat graag wil, thuis met ze meeleven.